Minister: slim gebruik stroomnet door consumenten moet beloond worden

Als consumenten het stroomnet slim gebruiken en het op piekmomenten ontlasten, moeten zij daar in de toekomst voor beloond worden. Dat stelt minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei.

Henri Bontenbal (CDA) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) over de ophanden zijnde wijziging van netkosten die consumenten betalen nu toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) de komst van nieuwe tarieven voor consumenten onderzoekt.

Piekverbruik

In hun Kamervragen vroegen Bontenbal en Grinwis de minister onder meer om haar mening over het Belgische systeem. Energieregulator VREG voerde in Vlaanderen namelijk per 1 januari 2023 een capaciteitstarief in – waarbij de hoogste piek in het stroomverbruik de hoogte van de kosten bepaalt – waarbij energieminister Demir het nieuwe tariefsysteem zelfs met een rechtszaak probeerde tegen te houden.

Hermans stelt dat elk tariefsysteem voor- en nadelen kent. Een voordeel van het Vlaamse tariefsysteem is volgens haar dat de verdeling van netkosten aansluit bij de mate waarin een kleinverbruiker het elektriciteitsnet gebruikt. ‘Wie veel elektriciteit verbruikt en dit bovendien met hoge pieken doet, moet meer betalen dan wie weinig elektriciteit verbruikt en het verbruik verdeelt over de tijd. Dit tariefsysteem geeft kleinverbruikers daarmee ook een prikkel om piekverbruik te vermijden, door bijvoorbeeld een elektrische auto gespreid te laden. Een mogelijk nadeel van het tariefsysteem in Vlaanderen is dat het gedurende de hele dag een prikkel geeft om piekverbruik te vermijden, ook op momenten dat er juist ruimte is op het net. Het tariefsysteem kan daardoor bijvoorbeeld een prikkel geven om een elektrische auto langzaam op te laden, ook op momenten dat er juist ruimte op het net is om de auto snel te laden.’

Begrijpelijker

Hermans werd ook naar haar mening gevraagd over het tariefsysteem in Wallonië dat voor kleinverbruikers 2026 van kracht wordt. Waalse kleinverbruikers die beschikken over een slimme meter waarvan de communicatiefunctie actief kan kiezen voor een ‘incentive tarief’. Dat incentive tarief is optioneel, de overige kleinverbruikers behouden het standaardtarief. Het incentive tarief is een tijdsafhankelijk tarief per afgenomen kilowattuur. De uren van de dag worden ingedeeld in 3 tariefcategorieën. Ten eerste groene uren met een laag tarief van 1.00 tot 7.00 uur en van 11.00 tot 17.00 uur. Ten tweede oranje uren met een gemiddeld tarief van 22.00 tot 1.00 uur en van 7.00 tot 11.00 uur. Tot slot zijn er rode uren met een hoog nettarief van 17.00 tot 22.00 uur.

‘In de rode uren is het tarief een factor 5 hoger dan in de groene uren’, duidt Hermans. In de oranje uren is het tarief een factor 3 hoger dan in de groene uren. Een voordeel van dit incentive tarief is dat de verdeling van netkosten aansluit bij de mate waarin een kleinverbruiker het elektriciteitsnet gebruikt. In vergelijking met het tariefsysteem in Vlaanderen ligt in dit systeem de nadruk meer op het ontlasten van piekmomenten voor het net, zoals de piek tussen 17 uur en 22 uur. Wie de piekmomenten ontlast, wordt daarvoor beloond. De begrijpelijkheid van dit systeem is daarnaast wellicht iets hoger dan het systeem in Vlaanderen. Dit tariefsysteem kent ook een aantal mogelijke nadelen. De vooraf vastgestelde piekmomenten en piektarieven kunnen er mogelijk toe leiden dat het piekverbruik op het net verschuift naar de dalmomenten.’

In de Nederlandse situatie kan slim netgebruik volgens Hermans een bijdrage leveren om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen totdat het net is verzwaard. ‘Op langere termijn kan slim netgebruik de kosten van netverzwaring beperken. Met slim netgebruik wordt namelijk de piek verminderd, waardoor netverzwaring in mindere mate nodig is. Een goed evenwicht tussen slim netgebruik en netverzwaring is in het algemeen belang, omdat daarmee de energierekening zo laag mogelijk blijft. Het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) richt zich daarom onder meer op het bevorderen van slim netgebruik.’

Niet meer houdbaar

Bontenbal en Grinwis hebben Hermans tot slot gevraagd of ze het eens is met de stelling dat het huidige Nederlandse tariefstelsel voor netkosten voor kleinverbruikers niet meer houdbaar is, omdat het de kosten die worden veroorzaakt niet langer eerlijk reflecteert.

‘Een nieuw tariefsysteem voor kleinverbruikers kan bijdragen aan het tegengaan van netcongestie en kosten voor netverzwaring op termijn verminderen’, stelt Hermans. ‘Om die reden is in het LAN opgenomen dat netbeheerders hiermee aan de slag gaan. Ik kijk met belangstelling naar het voorstel van netbeheerders. Als huishoudens het net slim gebruiken, betekent dat ook dat er minder investeringen in het uitbreiden van het net nodig zijn. Ik vind het van groot belang dat in een dergelijk voorstel slim netgebruik wordt beloond en dat de meeste huishoudens erop vooruitgaan. Daarnaast vind ik het belangrijk dat kleinverbruikers grip houden op hun energierekening en dat prikkels om te verduurzamen behouden blijven.’

Implementatietermijn

De verwachte implementatietermijn is volgens Hermans mede afhankelijk van het concrete voorstel van de netbeheerders. ‘Een aanpassing van de tariefstructuur heeft voor netbeheerders en – groepen – kleinverbruikers hoe dan ook gevolgen die zorgvuldig moeten worden gewogen bij verdere uitwerking en implementatie. Tegelijkertijd is een nieuw tariefsysteem een belangrijk middel om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen en is snelheid dus ook van belang. Naast het rekenen van hogere tarieven op piekmomenten kan het wellicht ook interessant zijn om kleinverbruikers te belonen op het moment dat zij zelf hun verbruik op piekmomenten verminderen. Ik bekijk daarom waar ik de invoering van een nieuw tariefsysteem kan ondersteunen en bespoedigen.’